Probeer eens tien succesvolle vrouwelijke kunstenaars van voor de 21e eeuw op te noemen. Dat is nog best lastig, toch? Niet omdat vrouwen geen goede kunstenaars zijn, maar omdat ze tot niet zo heel lang geleden nauwelijks serieus werden genomen in de kunstwereld. Toch waren ze er wel, die vrouwelijke meesters.
Op Internationale Vrouwendag zetten we powervrouwen in de kunst centraal met onze serie 'Vrouwen in de kunst' .
De gigantische spinnen van Louise Bourgeois ken je misschien al, maar Bourgeois heeft ook heel werken van klein formaat die eigenlijk net zoveel indruk maken. Zoals de serie Femmes Maison (1946-47), die ze vroeg in haar carriere maakte. Bourgeois - zelf gelukkig getrouwd met de Amerikaanse kunsthistoricus Robert Goldwater - schilderde vrouwenlichamen wiens hoofden 'gevangen' zitten in huizen. Deze 'huisvrouwen' verstoppen zich in hun veilige huis, maar hebben niet door dat hun naakte lichamen door de hele wereld gezien kunnen worden. De figuren staan voor de sociale positie van vrouwen en hun rol in het huishouden.
Bourgeois schuwde thema's als seksualiteit niet en haar directheid werkte taboedoorbrekend. Veel van het werk van de kunstenaar bevat een zekere mate van ironie. Een goed voorbeeld is het werk Fillette (1968), een fallusvormige sculptuur waar, zoals in veel werk van Bourgeois, ook een vrouwenlichaam te zien is. De kunstenaar is met de sculptuur vastgelegd op een iconische foto, die is gemaakt door Robert Mapplethorpe. Met een ondeugende glimlacht draagt ze het beeld onder haar arm.
Aan het einde van de 19e eeuw werd je als vrouw nog geacht altijd in dienst te staan van je man. Dat lukte Paula Modersohn-Becker (1876-1907) niet helemaal. Als de kunstenaar voor haar werk in Parijs was, verlangde ze naar het rustige gezinsleven. Maar zodra ze terug was, wilde ze zich in het roerige Parijs weer volledig richten op de kunst.
De kunst die Modersohn-Becker al na haar eerste verblijf in Parijs maakt doet denken aan het expressionisme van kunstenaars zoals Matisse, Rodin en Picasso. Niet zo gek, aangezien deze 'avant-garde van de kunst' in die periode ook in de Franse stad verbleef. In Parijs ontwikkelt Modersohn-Becker zich tot een van de meest vooruitstrevende Duitse kunstenaars.
Toch verkocht ze in haar leven slechts drie werken. Hoe kan het dat haar werk niet net zo gewaardeerd werd? Wellicht door het feit dat ze een vrouw is. Zelfs haar vader, gezien de reizen die de kunstenares alleen maakt een ruimdenkende man, schrijft haar dat zij zichzelf in haar huwelijk weg moet cijferen. Haar ambitie om toch als vrouwelijke kunstenaar in de door mannen gedomineerde kunstwereld succes te behalen is bewonderenswaardig. Tegenwoordig maakt haar werk nog steeds indruk, zoals de schilderijen van uitgeputte moeders.