Op 13 juli 1954 stierf Frida Kahlo, op 47-jarige leeftijd, na een leven lange strijd met haar gezondheid. De jaren voor haar dood kampte Kahlo met een ernstige infectie na een operatie aan haar wervelkolom en moest haar been geamputeerd worden. De kunstenaar voelde haar dood naderen; in haar dagboek zou ze in de laatste dagen voor haar overlijden geschreven hebben dat ze wachtte op haar naderende dood en dat ze hoopte dat ze nooit meer terug zou keren.
Net als bij andere beroemde kunstenaars is niet met zekerheid te zeggen wat haar laatste meesterwerk is, want Kahlo was in de laatste weken nog erg actief aan het schilderen en tekenen. In haar dagboek tekende ze in de laatste dagen vooral engelen en skeletten, maar haar schilderspenseel zou ze voor het laatst gebruikt hebben voor het werk Viva la Vida. Dit schilderij, een stilleven van watermeloenen, ‘voorspelt’ het naderende einde van het leven.
In de Mexicaanse kunst is de watermeloen een populair symbool. Vooral vanwege de kleuren rood, wit en groen: de kleuren van de Mexicaanse vlag. Het fruit wordt vaak in verband gebracht met de doden. Bijvoorbeeld tijdens de Dia de los Muertos (Dag van de Doden), dan wordt verbeeld hoe de doden watermeloenen eten.
Waarschijnlijk had Kahlo de compositie al eerder geschilderd, maar het werk was pas af toen ze later nog de woorden Viva la Vida in de onderste watermeloen heeft geschreven. ‘Leve het leven’. De kunstenaar zou Viva la Vida acht dagen voor ze stierf hebben geschilderd. Een behoorlijke prestatie, als je je beseft dat Kahlo de laatste maanden van haar leven bijna al haar tijd op bed doorbracht. Maar dat was ze enigszins gewend; Kahlo had namelijk veel gezondheidsproblemen.
In de serie 'Het laatste meesterwerk van' neemt de kunstredactie de laatste kunstwerken van een aantal grote meesters onder de loep. Wat wilde de kunstenaar zeggen met het werk, hoe is het tot stand gekomen en heeft de kunstenaar een speciale relatie met zijn laatste werk?
Door die problemen heeft ze gedurende haar leven eigenlijk constant pijn gehad. Toen ze zes jaar oud was, kreeg ze polio. Hierdoor was haar ene been korter dan de andere en was haar voet misvormd. Toch was de polio niet het ergste wat haar overkwam. Op haar achttiende kwam de bus waar ze in zat in botsing met een tram. Ze brak meerdere botten, waaronder een aantal ribben en haar sleutelbeen, en werd ze als het ware gespiest door een stalen buis.
Haar bekken en ruggengraat waren zo ernstig beschadigd, dat ze drie maanden in bed moest blijven. In deze periode begon Kahlo met schilderen. Er werd een spiegel aan een speciale ezel gemonteerd, waardoor ze vanuit bed zelfportretten kon schilderen. Hierdoor ontdekte ze haar liefde voor kunst, ook al zal ze voor de rest van haar leven pijn hebben als gevolg van het ongeluk. Iets dat terugkomt in schilderijen als De gebroken zuil.
Op dit werk is te zien hoe haar ruggengraat is doorboord door een stalen buis, die tegelijkertijd ook breuken vertoont. Over haar hele lichaam heeft ze spijkers in haar huid, deze staan symbool voor de pijn die ze elke dag opnieuw door haar hele lijf ervaart.
Behalve fysieke pijn is er ook nog ander leed dat Kahlo verwerkt in haar kunst. Ze werd verliefd op de beroemde Mexicaanse kunstenaar Diego Rivera. Deze veel oudere man - hij is 42 jaar en zij is 21 jaar - stond bekend om zijn liefde voor vrouwen. Beiden hadden tijdens hun huwelijk meerdere relaties met anderen. In 1939 scheidt het echtpaar, nadat Rivera een relatie kreeg met de zus van Kahlo, Cristina.
Een jaar later trouwden ze opnieuw en gingen op dezelfde voet verder. De affaires die Rivera had, kwetsten Kahlo diep. In 1953, na de amputatie van haar been, doet ze een zelfmoordpoging als ze erachter komt dat Rivera opnieuw een minnares heeft. Het jaar daarop sterft ze aan een longembolie, tenminste, dat is de officiële lezing. Volgens de verpleger die haar verzorgde had ze een overdosis zware pijnstilling genomen.
Kahlo schildert Rivera vaak, zoals in De twee Frida's. De linker figuur is de Frida met een gebroken hart, de rechter is een onafhankelijke moderne vrouw die in haar hand een heel klein medaillon met de beeltenis van Rivera draagt. Ook in Zelfportret als een Tehuana is Rivera verwerkt, op haar wenkbrauwen. Dit werk wordt ook wel Diego on my mind genoemd. De wortels in dit zelfportret staan symbool voor een web waarin haar gedachten aan Diego vastzitten.
Kahlo heeft periodes in haar leven gehad dat ze weinig verkocht en bijna geen geld meer had. Haar eerste solo-expositie vond plaats in 1953 - een jaar voor haar dood. Haar werk kreeg pas een aantal decennia na haar overlijden de waardering die het verdient en ook haar status als feministische, vrijgevochten icoon die zich inzette voor de rechten van vrouwen en de lhbt-community kwam pas later.