Rembrandt van Rijn stierf 4 oktober 1669, op 63-jarige leeftijd, en werd vier dagen later begraven in de Westerkerk. In zijn laatste jaren moest de wereldberoemde schilder omgaan met zowel financiële als persoonlijke verliezen. Desondanks maakte hij juist in deze periode veel van zijn beste werken, tot in zijn laatste levensjaar aan toe.
De laatste zeventien jaren vormden een zware tijd in Rembrandts leven. Rembrandt en zijn minnares Geertje Dircx waren met ruzie en juridische processen uit elkaar gegaan en omdat Rembrandt de leningen van zijn huis niet kon afbetalen, werd zijn faillissement aangevraagd. De latere geliefde van Rembrandt, Hendrickje Stoffels overleed in 1663 en zijn zoon Titus, die hij kreeg met zijn overleden vrouw Saskia, stierf in september 1668. Ondanks alle financiële en emotionele tegenslag, hield Rembrandt zich staande.
Omdat Rembrandt in deze tijd afhankelijk was van zijn opdrachtgevers, kon hij niet al te veel experimenteren. Een zachte en nauwkeurige penseelstreek was geliefd en men diende in de ‘klassieke houding’ geportretteerd te worden. Rembrandt hield zich tot op zekere hoogte aan de regels, maar juist de portretten waarin hij het aandurfde om af te wijken van deze conventies, hebben eeuwige roem verkregen.
Met zijn vlotte en haast expressionistische verfstreek wist hij zijn schilderijen levendig te maken. Op die manier kwam het karakter van de geportretteerde goed naar voren. Het was ook in deze latere periode dat hij het merendeel van zijn meest bezielde en intieme werken maakte. Zijn vermoedelijke laatste zelfportret en het schilderij dat ten tijde van zijn overlijden op zijn ezel heeft gestaan, illustreren dit.
Rembrandt staat bekend als de meester van de zelfportretten. Hij heeft er ongelofelijk veel geschilderd: zo’n veertig in olieverf en nog vele etsen. Er gaan zelfs nog grotere getallen de ronde, maar het is niet zeker of deze allemaal door Rembrandt zijn geschilderd.
Waar Rembrandt bij zijn eerste zelfportretten waarschijnlijk nog oefende met zijn eigen gezicht, lijkt het in de jaren dertig en veertig van de 17e eeuw of hij zichzelf wilde afbeelden als succesvol kunstenaar, inclusief zelfverzekerde houding, mooie kleding en een baret. In zijn laatste jaren veranderde er iets in zijn zelfportretten. Hij geeft zichzelf weer zonder opsmuk, eerlijk. Hij lijkt juist emoties over te willen brengen en de innerlijke mens te vangen. Onderstaand zelfportret komt uit 1669, zijn sterfjaar, en is misschien wel zijn allerlaatste zelfportret geweest.
Een notarieel rapport uit 1671 zou een inkijkje geven in hoe de studio van Rembrandt er in zijn laatste maanden uit zou hebben gezien. Er werden twee getuigen geraadpleegd om te weten te komen welke schilderijen van de meester aan wie zouden toebehoren. De twee getuigen beschrijven één van de werken als ‘het schilderij met Simeon’. Dit schilderij zou ten tijde van het overlijden van Rembrandt op zijn ezel hebben gestaan. Rembrandt heeft het werk niet meer kunnen afmaken voor zijn dood. Over de vrouw op de achtergrond van het werk wordt gezegd dat ze door iemand anders aan het schilderij is toegevoegd.
Het was voor Rembrandt niet de eerste keer dat hij dit tafereel met Simeon afbeeldde. Als vijfentwintigjarige schilderde hij ook al eens ‘Het loflied van Simeon’. Op het schilderij uit 1631 zien we Simeon met de pasgeboren Jezus in zijn armen. Simeon was door de Heilige Geest naar de tempel geleid om de Messias te kunnen aanschouwen en barst uit in een loflied.
Rembrandt bleef ook in zijn latere jaren gefascineerd door Bijbelse thema’s, maar in plaats van groepscènes focust hij het schilderij uit 1669, zijn laatste levensjaar, op Simeon en Jezus. De tempel is helemaal uit beeld. Doordat Rembrandt zijn personages niet meer van top tot teen afbeeldde, maar vanaf de heupen, wordt de aandacht van de toeschouwer in banen geleid: de expressie op het gezicht is het belangrijkst. De focus op beleving van Simeon maakt dit tot een intiemere en portret-achtige versie. Alsof Rembrandt in zijn laatste jaren tot de essentie van het leven kwam: hij verkoos de menselijke emoties en beleving boven status en uiterlijk vertoon.
Het jaar 2019 is uitgeroepen tot het Rembrandtjaar vanwege Rembrandts overlijden, precies 350 jaar geleden. De grote Rembrandt-musea (Rijksmuseum, Rembrandthuis, Lakenhal en Mauritshuis) besteden dit jaar extra aandacht aan de kunstenaar met verschillende tentoonstellingen.
Ook werd 8 juli 2019 begonnen aan de restauratie van de Nachtwacht in het Rijksmuseum: op zaal voor de ogen van de museumbezoekers en online voor de ogen van de hele wereld. De hele restauratie zal plaatsvinden in een speciaal ontworpen 'glazen huis'. De eerste twee maanden zal een scanapparaat het doek millimeter voor millimeter in beeld brengen. Ook worden ruim 12.500 foto's van het doek gemaakt in extreem hoge resolutie.
Rijksmuseumdirecteur Taco Dibbits verwacht dat het onderzoek, dat hij omschrijft als een full-bodyscan, veel inzicht geeft in hoe Rembrandt van Rijn het schilderij heeft gemaakt. 'Zodat we beter kunnen zien hoe Rembrandt werkte, hoe hij deze ambitieuze compositie maakte en welke materialen hij gebruikte.' Restaurateur Michel van de Laar, lid van het Geheim van de Meester-team, was betrokken bij de laatste restauratie van het meesterwerk. Lees meer over zijn ervaringen in het onderstaande artikel.
In de serie 'Het laatste meesterwerk van' neemt de kunstredactie de laatste kunstwerken van een aantal grote meesters onder de loep. Wat wilde de kunstenaar zeggen met het werk, hoe is het tot stand gekomen en heeft de kunstenaar een speciale relatie met zijn laatste werk?