Rode oortjes aan de tafel van Tussen Kunst en Kitsch. Sommige vondsten die worden meegenomen zijn behoorlijk ondeugend.
Dit schilderij is aan twee kanten beschilderd. Aan de voorzijde een kerkinterieur en aan de achterzijde Moeder Overste die nonnen billenkoek geeft. Op de voorzijde staan de initialen J.B., die duiden op de bekende kerkinterieurschilder Johannes Bosboom. Hij hoorde bij de toppers van de Haagse School. In de 19e eeuw was het geloof en de mystieke sfeer van kerken nog heel geliefd en Bosboom maakte daar zijn handelsmerk van. Alles in navolging van de 17e-eeuwse meester Saenredam. Helaas is de kwaliteit van het schilderij niet zo goed. Het is duidelijk dat Bosboom het niet zelf heeft geschilderd. Afhankelijk van de aard van je bezoek kon je de ene of de andere kant van dit schilderij voor hangen. Expert Willem de Winter vindt dat dit schilderij in de categorie kitsch valt en schat de waarde op ongeveer 500 euro.
In 2013 was nog een ander heel bijzonder item te zien, namelijk een Romeinse fallus, gemaakt tussen de 1e en 3e eeuw n. Chr. Dit amulet kocht de eigenaar voor 80 euro op Marktplaats. Het amulet had in de Romeinse tijd een uitgesproken kwaadafwerende functie en werd om de nek gedragen. Waar wij nu verbaast zouden zijn als iemand dit draagt, vonden de Romeinen dat heel normaal. Al moet er ook wel stevig om gelachen zijn, want lachen weert de boze geesten af.
Volgens expert Robert Lunsingh Scheurleer keek men in de oudheid heel anders naar sekualiteit en alles wat daarmee samenhing, zoals genitaliën, dan wij dat nu doen. 'Dat was gescheiden van affectie en liefde en had met het wonder van de bevruchting en het wonder van lust te maken. De grote filosoof Aristoteles uit de 4e eeuw v Chr. verbaasde zich ook over het feit dat het mannelijk lid zo van vorm kon veranderen.' De waarde van deze fallus schatte Lunsingh Scheurleer op 200 à 250 euro.
Expert Wim Bouwman taxeert een bijna zes meter lange Japanse schildering uit circa 1720. Deze in zijde gemonteerde rolschildering toont in twaalf schilderingen diverse erotische voorstellingen. Bouwman vertelt dat dergelijke erotische voorstellingen een specifiek genre vertegenwoordigen in de Japanse kunst, genaamd ‘shunga’. Shunga betekent zoiets als ‘picture of spring’, vertaald lenteplaatje. Ze werden als voorlichting voor maagden gebruikt, maar namen ook in het dagelijks leven, in een tijd waarin televisie en internet niet bestonden, een belangrijke plaats in. Af en toe keek men er gewoon eens naar. Erotische belangstelling is van alle tijden, en de Japanse benadering daarvan was bovendien een vrijere dan die in het Westen.
Regelmatig komt er naakt langs in de uitzendingen van Tussen Kunst en Kitsch. De geschiedenis van het naakt in de kunst is ook behoorlijk lang. Het afbeelden van naakten in de kunst is iets dat al eeuwen gebeurt en waar in verschillende periodes anders naar werd gekeken. Met de komst van het Christendom in de Middeleeuwen stond de kunst in dienst van het geloof en werden naakten schaarser dan de eeuwen daarvoor. Het afbeelden van naakt werd in die periode voornamelijk gezien als zonde. In de Renaissance werd men weer wat toleranter. Om het naakt te rechtvaardigen moest men wel duidelijk maken dat het om klassiek mythische figuren ging. Ironisch genoeg is het huidige beleid van Facebook is nog strenger dan de vormen van naakt in de Middeleeuwen, toen lendedoekjes de intieme lichaamsdelen moesten camoufleren.
Tot het einde van de 19e eeuw heerste in Nederland een strengere moraal en was er vooral belangstelling voor landschappen en stadsgezichten. Daarna kreeg het naakt met de opkomst van het impressionisme een andere status en werd het steeds meer een op zichzelf staande kunstvorm. Al kregen veel kunstenaars nog kritiek op hun werk omdat zij ook ‘gewone’ en imperfectie mensen naakt schilderden of beeldhouwden.
Een van de kunstenaars die worstelde met de strenge moraal was Jan Sluijters (1881 – 1957). Gedurende zijn hele loopbaan was naakt voor Sluijters een belangrijk thema, legt Willem de Winter, schilderijenexpert bij Tussen Kunst en Kitsch, uit. Regelmatig ontstond er een relletje als de kunstenaar weer een nieuw schilderij had opgeleverd. Zo werden in 1911 nog twee schilderijen van Sluijters uit het Stedelijk Museum verwijderd omdat ze ‘onbehoorlijk, onkuis, aanstootgevend en ergerlijk voor het publiek’ zouden zijn.
Zelfs in 1934 raakte werk van Sluijters nog in opspraak. Voor de firma Metz & Co had Sluijters een omslag voor een catalogus ontworpen met daarop een staande naakte vrouw. Deze afbeelding leidde tot een klacht bij de Haagse politie. Net op tijd ontdekte de politie echter dat een catalogus die een winkel aan haar klanten rondstuurt, niet onder de wetten op de ‘openbare zedelijkheid’ viel.