Yvette gaat naar Scheveningen, waar ze een elegante garnalencocktail 2.0 maakt van zelfgepelde garnalen, versgerookte schar proeft en een heerlijk visje gaat bakken aan boord van een van de schepen.
125 gram boter
4 schollen
4 eetl. bloem
Zeezout en versgemalen zwarte peper
Sap van 2 citroen
Fijne rasp van 1
1 eetl. gehakte dragonblaadjes
2 koffielepels scherpe mosterd
2 dooiers
Smelt de boter in een steelpan met zware bodem op laag vuur. Doe dit ongeveer 15 min. tot de boter naar karamel ruikt en het goudgeel is. Schep tijdens het smelten steeds het witte schuim eraf.
Bestrooi de vissen met bloem, zout en peper en klop het overtollige eraf.
Verhit een pollepel boter in een koekenpan en bak de vissen een voor een goudbruin en gaar in enkele minuten. Hou ze warm onder een deksel terwijl u de rest bakt.
Klop het citroensap, met 2/3 van de rasp, de mosterd en de dragon los. Giet het in een pannetje en verwarm tot het kookt. Klop de geklaarde boter in een dunne straal erdoor tot de saus wat bindt en haal van het vuur. Klop daar de dooiers erdoor. Breng met zout en peper op smaak.
Serveer de gebakken vis met de zure saus, en veel stukken citroen erbij. Bestrooi met de rest van de citroenrasp.
Lekker met gebakken aardappeltjes en groene groenten!