Hoe kijken museumdirecteuren eigenlijk naar hun eigen museum en collectie? In 'Ik zie, ik zie...' nemen museumdirecteuren je mee langs hun favoriete objecten en bijzondere plekken in zijn of haar museum. Deze keer neemt Jan Rudolph de Lorm je mee in 'zijn' Museum Singer Laren!
'Ik zie, ik zie...' is te zien op en de website van Nu te Zien en op NPO 2 Extra (te vinden op de website van NPO Start en op tv bij Ziggo op kanaal 222 en bij KPN op 88)! In 12 afleveringen krijg je een intiem inkijkje in 12 musea door de ogen van degene die het museum het beste kent!
Museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm ziet het als zijn missie om het verhaal van de Larense kunstenaarskolonie te vertellen in Museum Singer Laren. Niet de minste kunstenaars kwamen naar het dorpje aan de hei om inspiratie op te doen: onder andere Jozef Israëls, Anton Mauve en Mondriaan.
Ook de Duitse impressionist Max Liebermann kwam elke zomer naar Laren om te schilderen. Hij maakte er onder andere Gehendes mädchen. De Lorm sprong dan ook een gat in de lucht toen het schilderij geschonken werd aan het museum.
Waarom was nou juist Laren zo’n grote trekpleister voor kunstenaars? Natuurlijk biedt het prachtige natuur, maar sommige esoterici menen ook dat de aantrekkingskracht te maken heeft met de leylijnen die elkaar daar kruisen. Leylijnen zijn banen die tussen punten van geografisch belang lopen (zoals Stonehenge, de piramides of plekken waar bijzondere archeologische vondsten zijn gedaan). Op de plek waar deze lijnen elkaar kruisen zou een bepaald energetische krachtveld zijn. Of het waar is, is natuurlijk maar zeer de vraag. Wat we wel weten, is dat er waanzinnig mooie kunst gemaakt is in Laren! En daar gaat het om toch?