Hoe kijken museumdirecteuren eigenlijk naar hun eigen museum en collectie? In 'Ik zie, ik zie...' nemen museumdirecteuren je mee langs hun favoriete objecten en bijzondere plekken in zijn of haar museum. Deze keer neemt Herman Tibosch je mee in 'zijn' Museum Jan Cunen!
'Ik zie, ik zie...' is te zien op en de website van Nu te Zien en op NPO 2 Extra (te vinden op de website van NPO Start en op tv bij Ziggo op kanaal 222 en bij KPN op 88)! In 12 afleveringen krijg je een intiem inkijkje in 12 musea door de ogen van degene die het museum het beste kent!
Hij is pas een paar maanden directeur van Museum Jan Cunen, maar Herman Tibosch is al helemaal verknocht aan het museum. Hij voelt zich helemaal thuis in het monumentale pand met zijn rijke geschiedenis. Zijn favoriete werken zijn vier schilderijen van landschapsschilder Willem Roelofs (1822-1897). Hij bewondert het gemak waarop de landschappen zijn neergezet, achteloos haast. Het waren dan ook voorstudies die Roelofs later gebruikte voor zijn 'echte' schilderijen. Voor Tibosch is dat geen reden om zich niet te vergapen aan het wonderbaarlijke talent van Roelofs.
Kunst tonen aan publiek, dat is natuurlijk wat je als museumdirecteur het allerliefste doet. Dus toen het museum dicht moest vanwege de corona-maatregelen, besloot Tibosch de kunst gewoon buiten op te hangen. Hij koos voor de absurdistische foto's van kunstenaar Mamabart. Het moest namelijk wel een beetje opvrolijken tijdens die uitzichtloze lockdown. Het werk van Mamabart toont de meest vreemde taferelen waarbij de kunstenaar zelf het onderwerp is. Zo laat hij bijvoorbeeld een vliegende hond uit, draagt een vissenkom als hoed of zit dwars op een boomstam. Een opbeurend cadeau voor de Ossenaren!