Een professionele wielrenner die in Italië plots van de fiets stapt om topchef te worden, plukt met Yvette heerlijkheden op het Groningse wad. Een Drentse boer vestigde zich voor de liefde achter een Groningse dijk. Een Indonesische kok werd verliefd in een van de mooiste dorpen van ons land en tot slot een ontmoeting met een Rotterdamse bakker die verliefd werd op de sfeer van een oude hippiekolonie in Pieterburen, u weet wel, van het Pieterpad. Zulke lekkere krentenbollen vindt u zelden. Aan de Groningse Waddenkust kunt u uw hart wel kwijt. De recepten zijn hier terug te lezen.
Dit heb je nodig voor 1 pot:
100 gram mosterdzaad
200 ml wittewijn-azijn (of andere!)
peper en zout
Zo maak je de mosterd:
U kunt het mosterdzaad een nachtje weken in de azijn voor een gladder effect, maar het hoeft niet per se. Giet het mosterdzaad met de azijn, peper en zout in een keukenmachine. Draai in een minuut of 6 bijna gladde mosterd. U kunt langer doordraaien voor een gladdere als u wilt. Schep de mosterd in een pot. Draai het deksel erop en zet hem tot gebruik in de koelkast. Hij wordt mettertijd lekkerder.
Dit heb je nodig:
200 gram garnalen
200 gram tapiocameel (Aziatische winkel)
3 tenen knoflook
2 eetl. vissaus
5-6 eetl. water
Genoeg olie om in te frituren
Zo maak je de Waddenkroepoek:
Maal de garnalen met het tapiocameel, knoflook en vissaus tot een soepel deeg dat niet plakt. Voeg als het te droog wordt wat druppels water toe. Het deeg moet licht en loom aanvoelen, als pastadeeg.
Vorm er een of twee worsten van en pak ze in met aluminiumfolie. Stoom ze ongeveer 2 uur. controleer tussendoor of er nog genoeg water in de pan zit.
Als u geen stoompan heeft, zet dan een vergiet op een grote pan met een laagje water erin en zorg dat het vergiet de bodem van de pan niet raakt. Dek het vergiet af met een deksel.
Laat de gestoomde worsten nu afkoelen: als ze op kamertemperatuur zijn zet u ze nog een uur of wat in de koelkast om verder op te stijven.
Snij de worsten nu in dunne plakjes van maximaal 3 mm dikte.
Leg ze naast elkaar (dat kan strak, ze krimpen erg) op grote pakplaten, schuif ze in de oven en laat ze daar een hele nacht drogen op de allerlaagste stand, 50°C. Wordt uw oven te warm, steek dan een pollepel tussen de deur zodat hij wat kan terugkoelen.
De volgende dag moeten ze keihard en kurkdroog zijn geworden.
Verhit een pan olie tot 180°C. Frituur de kroepoek, een paar per keer, tot ze opgepoft en groot geworden zijn. Laat ze op keukenpapier helemaal uitlekken en eet ze pas als ze helemaal zijn afgekoeld. Dan zijn ze krokant.
Dit heb je nodig voor de risotto:
1 ½ l zeewater / kippen-of groentebouillon
50 gram boter
1 ui, fijngehakt
1 teentje knoflook, grof gehakt
300 gram Arborio risottorijst
150 ml witte wijn
Het sap en de rasp van 1 citroen
200 gram lamsoren, gewassen
150 gram zeekraal, gewassen
1 klein bosje platte peterselie (15 gram)
Zwarte peper uit de molen en zout
Zo maak je dit lekkere recept:
Verhit het zeewater of de bouillon.
Smelt de helft van de boter in een grote pan met zware bodem en fruit de ui ongeveer 5 minuten tot de hij zacht is, voeg dan de knoflook toe en bak hem een minuut mee. Roer de rijst erdoor, en bak het al roerend uit tot de korrels glazig zijn met een wit hart.
Blus de pan af met het glas wijn en het citroensap en roer tot het vocht helemaal is opgenomen. Schep dan lepel voor lepel de bouillon erdoor, blijf ondertussen steeds roeren en giet er pas weer bouillon bij als de vorige is opgenomen door de rijst. Dit duurt altijd 18-20 minuten.
Schep dan op het laatst de lamsoren en de zeekraal door de risotto en roer bijna alle citroenrasp en peterselie erdoor en de rest van de boter. Breng de risotto op smaak met peper en zout. Roer de garnalen erdoor.
Doe de deksel op de pan en draai het vuur uit, zodat de boter nog even kan smelten.
Schep de risotto op mooie borden. Bestrooi met citroenrasp en peterselie.
Eet smakelijk!
Dit komt uit De Streken van Van Boven, uitgezonden op dinsdag 14 december 2021.