Wat is er leuker dan lekker struinen tussen oude spullen op brocantes? Wij Nederlanders zijn er dol op en vooral op vakantie is het een favoriete bezigheid. Hoe je die parel tussen de prullaria vindt, hoor je van onze Tussen Kunst en Kitsch experts. Deze keer tips van Robert Aronson.
Rond de gouden eeuw waren er enkele tientallen Delfts blauw aardewerk fabrieken in Nederland. Veel van deze fabrieken bevonden zich in Delft, maar lang niet allemaal. Omdat ‘Delfts aardewerk’ geen beschermde merknaam is, wordt deze tot op heden vaak algemeen toegepast voor blauw-wit gedecoreerd keramiek. Zowel in de negentiende als twintigste eeuw gebruikten fabrieken buiten Delft de plaatsnaam als handelsmerk voor hun vergelijkbare producten. Om te weten of je met echt Delfts aardewerk van doen hebt, wat tips:
Voel of je met een echt stukje 17e of 18e eeuws Delfts aardewerk te maken hebt. Pak het object op en voel het gewicht. Is het zwaarder dan verwacht, zet het dan netjes terug en loop meteen door. Heb je een ‘leeg melkpak’ ervaring, dan zou het zomaar oud kunnen zijn.
Bijna niets is onbeschadigd. Zie je dan ook nergens meer de gebakken klei door minimale beschadigingen aan het glazuur, dan is ook de kans groot dat het niet origineel is. Er zijn verdomd knappe kopieën, maar vaak zijn ze helemaal gaaf.
Borden en schotels hebben altijd 3 proen-merken aan de onderkant, 3 puntjes of streepjes, van de aardewerken stukjes waarop het object is gebakken. Het aardewerk wordt in ovens gebakken. De ovens waren over het algemeen niet groter dan een kubieke meter, ze moesten worden dicht gemetseld en ze werden op takkenbossen, ongeveer een week lang, gestookt.
De producenten van het aardewerk wilden daarom zoveel mogelijk objecten in de ovens pakken. De objecten mochten elkaar natuurlijk niet raken anders zouden ze ‘versmelten’ en één worden. Om de objecten uit elkaar te houden werden er kleine aardewerken ‘stokjes’ (proenen) gebruikt, die later van het object werden afgebroken. Dit liet uiteraard een kleine beschadiging achter op de achterkant van het Delfts; de proen-merken.
Zijn die er niet, verwacht dan ook te maken te hebben met een kopie. Bij vazen of objecten is het wat moeilijker om een indicatie te geven. NB: Er zijn overigens een paar van die fascinerende misbaksels bekend, o.a in Delft in museum het Prinsenhof.
En wil je zeker weten of je eventuele aankoop de moeite waard is, kom dan naar één van de opnamedagen van Tussen Kunst en Kitsch.