Er zijn veel verschillende verhalen over waarom wijnflessen vaak een ziel hebben: de holle onderkant van de fles. Zo gaat er bijvoorbeeld een verhaal dat de flessen vroeger werden geblazen door glazenblazers, waardoor de fles een bolle onderkant kreeg. Je raadt het al: op die manier kan een fles natuurlijk niet blijven staan en daarom werd de onderkant van de fles ingedrukt. Dat is een heel leuk verhaal, maar wat is nu de échte reden, Ilja?
De holle onderkant van de wijnfles heeft een logische reden: vroeger diende het om het depot (de schilletjes en pitjes) op te vangen. Het depot blijf op deze manier onderin zitten, in de rand van de holling van de fles. Dit was erg handig bij het uitschenken van de wijn, omdat er dan geen schilletjes of pitjes mee kwamen. De ziel van de wijnfles diende er vroeger dus voor om mooie, heldere wijn te kunnen schenken.
Wijnflessen hebben nog steeds vaak een ziel. Je kunt je afvragen waar deze nu voor dient, want er is nauwelijks nog depot te vinden in wijnflessen omdat wijn tegenwoordig goed gefilterd wordt voordat het de fles in gaat. De ziel van de wijnfles heeft op dit moment dan eigenlijk ook geen functie. Toch wordt het nog steeds gemaakt, omdat veel mensen denken dat de inhoud van een fles wijn mét een ziel beter is dan van een fles wijn zónder ziel.