Het waren vrienden én rivalen. Isaac Israels was het tekenwonder dat als zoon van de beroemde Haagse School-schilder Josef Israëls al jong succes boekte in de salons. George Hendrik Breitner verblufte de kunstwereld met levendige straatportretten van Amsterdam. Michael Huijser, directeur van het Scheepvaartmuseum, ziet in Kunstmuseum Den Haag hoe de twee schilders elkaar tot grote hoogte stuwen. Te zien tot en met 6 september!
In Nu te Zien! verlaten museumdirecteuren hun eigen museum om bijzondere, tijdelijke tentoonstellingen te bezoeken door het hele land. Kijk Nu te Zien! vrijdag 7 augustus 2020 om 22:00 uur op NPO 2. Daarna is de uitzending hier terug te kijken.
Bewondering en jaloezie. Twee begrippen die schilders George Hendrik Breitner en Isaac Israels niet vreemd waren. En dan met name jegens elkaar. Breitner benijdde de jonge Israels, die als wonderkind al op jonge leeftijd de kunstwereld binnenstormde. Andersom was Israels geïntimideerd door het enorme talent van Breitner. Decennia lang bleven de schilders elkaar tot het uitersten pushen, tot hun allerbeste werk. Ze wilde elkaar de loef afsteken, maar in hun werk zijn ook duidelijk overeenkomsten te zien. In hun strijd hebben ze elkaar toch ook geïnspireerd.
Kunstmuseum Den Haag heeft een primeur te pakken, want 'Breitner vs Israels' is de eerste tentoonstelling die zich richt op de rivaliteit tussen Breitner en Israels. De kunst van beider heren is natuurlijk al een reden om naar het Haagsche af te reizen, maar het het verhaal eromheen van jaloezie en wedijver maakt van de tentoonstelling een spannend geheel. Bovendien is het voor velen een herkenbaar thema. Jezelf vergelijken met anderen is niet alleen weggelegd voor grootse kunstenaars. We doen er allemaal aan mee. Zeker in tijden van Facebook en Instagram, waarin we constant worden geconfronteerd met het leven en het werk van anderen.
Ook de beroemde werken Meisje in de rode kimono en Meisje in witte kimono van Breitner zijn te zien in Kunstmuseum Den Haag dat hij rond 1993 schilderde. Het meisje op beide werken is de zestienjarige Geesje Kwak uit de Jordaan. Ze was Breitners muze voor dertien schilderijen waarop ze altijd gehuld is in Japanse kledij (Japan was eind negentiende eeuw razend populair).
Qua onderwerpen vissen Breitner en Israels lange tijd in dezelfde vijver. Dat is niet gek, want ze wonen in dezelfde stad (Amsterdam), werken in hetzelfde atelier en hebben dezelfde vrienden. Beiden schilderen het stadsleven en dan met name dat van de werkende klasse. Maar ook naakt en portretten is een gedeeld talent. Pas richting het einde van hun carrière raken de rivalen wat los van elkaar. Wellicht komt dit doordat ze door ruzie en conflicten lange tijd geen contact hebben. Pas jaren later ontmoetten ze elkaar weer, elk een eigen weg ingeslagen.