In de jaren 40 ontstond een nieuwe vorm van schilderen: action painting. Hierbij ging het niet om de inhoud, maar om de manier waarop de verf op het doek werd aangebracht.
Zeg je action painting dan zeg je Jackson Pollock. In 1946 schudde hij de kunstwereld op door zijn doeken op de grond te leggen en er met een geperforeerd verfblik overheen te gaan. Action painting was geboren.
Ook Franz Kline werkte snel. Met witte en zwarte verf maakte hij dit soort rauwe abstracties.
De Amerikaanse kunstenaar Joan Mitchell zag haar schilderijen als 'feelings' of herinneringen aan een bepaalde tijd en plaats. Ze dacht uitgebreid na over kleuren en opbouw, voordat ze aan het werk ging.
Lynda Benglis werkte niet met verf, maar wel in de stijl van Pollock. Ze goot verschillende kleuren vloeibare latex over de vloer en liet het lopen. Op die manier ontstonden er een soort stromende vloerkleden.
Felle kleuren, snelheid en intuïtie. Dat is de formule waarmee de Spaanse kunstenaar Nikolaos Schizas zijn schilderijen maakt. Zijn filmpjes op Instagram zijn hypnotiserend om naar te kijken.
Geen druipende kwasten of leeglopende verfblikken bij deze action painting. Niki de Saint Phalle schoot met een geweer ballonnetjes vol verf kapot op het doek. Dat resulteerde in rauwe, aggressieve werken, waarin de kunstenaar afrekende met haar trauma's.