Van wit als onderlaag voor een gekleurd schilderij tot de kleur die er mag zijn, helemaal op zichzelf. Wit in de kunst is een optelsom van kunstgeschiedenis. Deze vijf kunstwerken laten de verschillende facetten zien van de kleur wit.
De Italiaanse kunstenaar Piero Manzoni bracht eind jaren vijftig het wit naar Nederland. Verschillende Nederlandse kunstenaars, waaronder Jan Schoonhoven en Wim T. Schippers, waren erg onder de indruk van zijn reeks witte schilderijen: ‘Achromes'.
Manzoni gebruikte geen gewone witte verf maar gips, watten, glaswol en zelfs hardgekookte eieren. Tijdens het droogproces vormde het materiaal de kreuken en rimpels. Manzoni’s idee daarachter was dat het doek zo zelf schildert en niet de kunstenaar.
In de beeldhouwkunst lijkt wit altijd een prominente plek ingenomen te hebben op de voorgrond, maar dat blijkt een misverstand. De discuswerper bijvoorbeeld is een beeld van Myron van Eleutherae uit ongeveer 450 voor Christus. Het originele Griekse bronzen beeld is verloren gegaan. Wij kennen vooral de witte marmeren kopieën die nu in de musea staan.
Als je aan Griekse of romeinse beelden denkt, denk je dus aan wit. Maar veel beelden waren juist gekleurd. In De kleuren van Caspers bekijkt kunstenaar en kunsthistoricus Charlotte Caspers in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden de verfresten op zo’n “wit” beeld met een uv-lamp.
Jean Dubuffet staat bekend om zijn dikke zwarte lijnen op wit. De stijl die hij zelf l'hourloupe noemde, komt van zijn spontane tekeningetjes die hij tijdens het telefoneren maakte met een balpen.
Zijn wereldberoemde ‘Jardin d’émail’ maakte hij speciaal voor de beeldentuin van het Kröller-Müller Museum. Omdat je door het werk mag lopen werd het tussen 2016 en 2020 helemaal gerestaureerd.
Jan Schoonhoven staat bekend om zijn geometrische reliëfs in het wit. De Delftse kunstenaar richtte in 1960 met Armando, Jan Hendrikse, Herman de Vries en Henk Peeters de Nul-beweging op en maakte antikunst. Verf werd vervangen door meer industriële en dagelijkse materialen en ze maakten gebruik van een beperkt kleurenpalet.
Naar aanleiding van Schoonhovens werk 'R70-54' vertelt Berd Visscher, materiaaldeskundige en timmerman uit Het geheim van de Meester: ‘Pas toen Schoonhoven witte verf gebruikte, zag hij hoe belangrijk het schaduwspel was. Daarna is hij wit gaan gebruiken om het spel van lijnen en schaduwen te vervolmaken.’
Ben je wel een ins het Kröller-Müller Museum geweest? Misschien ben je dan wel langs een wit kunstwerk gelopen zonder dat je wist dat het een kunstwerk was: het ‘Wandreliëf' van Ad Dekkers uit 1971-1972. Als je goed kijkt is het in zijn subtiliteit eigenlijk heel erg veel.
In De kleuren van Caspers gaat kunstenaar en kunsthistoricus Charlotte Caspers dieper in op dit kunstwerk en de kleur wit.