Traumaverwerking en afpellen op het Binnenhof
Den Haag is in de ban van de formatiegesprekken: wie wil wel, wie wil niet en wie wil op welke manier precies? Het zijn vragen die luid klinken in Den Haag. Althans, in het nieuwe complex.
Want de kamers waar vroeger kabinetten werden gevormd, de gangen waar de onderonsjes plaatsvonden om tot een akkoord te komen, de ruimtes waarin politici vroeger elkaar lang aankeken om vervolgens te zeggen: ik vertrouw je, we doen het – ze staan leeg. Geen formerende politici al rokend op het dak van de Mauritstoren. Geen formerende politici die snel de Stadhouderskamer invluchten om er pas aan het einde van de dag uit te komen.
Het is er stil. Af en toe wordt de stilte doorbroken door wat getimmer of wat geboor, maar verder is het stil in de ruimtes waar het zich vroeger allemaal afspeelde.
En des te leuker daarom om die stilte te doorbreken. Samen met Alexander Pechtold ging ik terug naar de Stadhouderskamer. Naar de ruimte waarin hij eerst met Rutte, Klaver en Buma zat. Daarna kort met Segers. Toen weer met Klaver en de rest, en uiteindelijk tóch weer met Segers.
We halen herinneringen op aan die formatie, of zoals Pechtold het noemde: ‘deze wandeling is de therapiesessie om m’n trauma te verwerken.'
En die herinneringen schieten alle kanten op: van het wel of juist niet zingen bij het vieren van elkaars verjaardagen, tot aan demonstratief post-its in iemand anders z’n partijprogramma plakken om de boel op de stang te jagen. Van stiekem roken in het hokje dat verderop in de gang was gezet, tot aan het moeten “nablijven” bij informateur Zalm (en dan sterke drank krijgen om een beetje losser en soepeler te worden).
Leerzaam. Voor mij als politieke junk en politicoloog, maar ook leerzaam voor de formatie die nu gaande is, want zo heel vaak krijgen we geen kijkje achter de formatieschermen. Het is en blijft mensenwerk.
Formeren is ook elkaar “afpellen” en “echt leren kennen”. Bij de renovatie gebeurt dat ook. Want hoe goed kennen we het gebouw nou eigenlijk?
Soms niet zo heel goed, blijkt. Om een voorbeeld te geven: onder de hemelblauwe verflaag hoog in een van de trapgangnokken van het voormalige ministerie van Justitie, blijkt een prachtige originele schildering te zitten. Bloemen, stippen, streepjes en lijnen: ooit zijn ze overschilderd in de jaren 80, toen men wat minder gevoel had voor het verleden. Maar nu, na urenlang krabben en stomen hoog op een steiger is het de vakmensen en deskundigen gelukt de oorspronkelijke schilderingen voor een deel bloot te leggen. En deze schilderingen konden weer gebruikt worden voor een reconstructie. Vakmanschap van de bovenste plank (of van de hoogste nok). Nu begint een spannend moment: voor de restauratie van het plafond is geen budget gereserveerd. Maar ja, als je het nu niet doet, wanneer dan wel?
Binnenkort mogen een clubje nieuw gekozen politici langskomen op de bouwplaats, hesjes aandoen, helmpjes op het hoofd plaatsen, de trappen van het complex beklimmen en vervolgens omhoog kijken. Hopelijk zien ze wat ik zag: dat het kunst is, en dat het gebouw en het verleden het verdient dat het weer in ere wordt hersteld. Ik duim.
Overigens begreep ik dat het ook kan worden gerestaureerd als een gulle gever met een zak geld langskomt. En dat mag iedereen zijn! Dus bij deze de vraag en oproep: als u nog zo iemand kent, stuur haar of hem even langs het Binnenhof! De geschiedenis zal u dankbaar zijn!
Uitzending 24 december 2023
Om 20.45 uur op NPO 2