Zoutelande ken je wel van die hit van Bløf die maar niet uit je hoofd gaat. Maar dit Zeeuwse dorp en andere plekken op Walcheren inspireerden al decennia geleden andere artiesten. Mondriaan, Van Heemskerck, Toorop: allemaal hebben ze op Walcheren alles wat Zeeland typeert geschilderd. Waarom de Zeeuwse kust nou zo interessant was om te schilderen? De hoge duinen, de brede stranden én het 'Zeeuwse Licht'.
Is het licht in Zeeland dan echt anders dan in, bijvoorbeeld, Harlingen? Als je kijkt naar de landschappen in schilderijen van Hollandse meesters als Vermeer, Van Ruisdael en Mondriaan zou je denken van wel. In Nederland zou het licht zo bijzonder zijn, dat beroemde historische kunstenaars het verschijnsel probeerden vast te leggen. Filmmaker Pieter Rim de Kroon maakte er in 2004 zelfs de documentaire Hollands Licht over. Hierin stelt hij de vraag of het Hollandse licht anders is dan het licht boven andere landen.
Kunstenaar als Mondriaan, Van Heemskerck en Toorop maakten aan de Zeeuwse kust luministische werken: schildereijn die de nadruk leggen op sterke lichteffecten. Misschien zagen zij hier ook wel het Hollandse Licht. Waar de mythe of legende vandaan komt? Volgens Ernst van de Wetering wilden kunstenaars de chaotische natuur 'ordenen'. 'Dan kun je beter naar schilderkunstige oplossingen zoeken dan dat je het uit de natuur haalt.' Dus de schilders gebruikten creatieve middelen om ruimte te creëeren. Er zijn volgens de kunsthistoricus zijn er in de 17e eeuw vijf miljoen schilderijen gemaakt, waarvan anderhalf miljoen landschappen die over de wereld zijn verspreid. Op basis van die werken kreeg het buitenland een idee van Holland en dus van het Hollandse Licht.
“De nevels die uit het water opstijgen en alles met een sluier omhullen geven het land dat schilderachtige. De atmosfeer verzacht de hardheid van de contouren.”
Of het nu wel bestaat of niet, de meesten zijn het erover eens dat de historische kunstenaars iets bijzonders deden met het Hollandse licht. Kunstenaar Robert Zandvliet ziet bijvoorbeeld een verschil met Italiaanse schilders: 'Als je naar de Italianen kijkt, lijkt het alsof ze veel meer een verhaal moeten vertellen. Dat je veel meer naar een soort decor zit te kijken met een verhaal. Terwijl je bij die Nederlanders het gevoel hebt dat je door het raam naar buiten kijkt. In Italië is er zoveel zon dat alles verbleekt. Hier knallen de kleuren'. Ook van Weteringen ziet dat de Hollandse meesters anders schilderden dan hun buitenlandse collega's: 'De Hollander werd gezien als de beste imitator van de werkelijkheid. Daar speelde licht een grote rol in.'
Vincent van Gogh beschrijft in zijn brieven ook het verschil in kleuren tussen Nederland en Frankrijk. En de buitenlandse schilders ook: Turner, Manet, Monet kwamen naar Nederland voor een culturele bedevaart. Maar schilderden ze ook Hollands licht? Kunstenaar Jan Dibbets zegt in de docu dat hij het een 'bonbondoos' vindt als hij kijkt naar hoe Monet het licht schilderde. 'Dat roze en groen is wel heel anders dan Nederlanders in hun hoofd hadden. Het zijn schitterende schilderijtjes, maar wel van oma'.
De kleuren die Monet gebruikte, zijn te vergelijken met het kleurenpalet van Toorop, van Heemskerck en Mondriaan. Anders dan hun 17e- en 18e-eeuwse collega's schilderen zij minder waarheidsgetrouw maar vooral met een impressionistische inslag. Vooral Mondriaan gaat in Zeeland meer experimenteren en begint steeds abstracter te schilderen. Maar ook Toorop krijgt in de Zeeuwse dorpen steeds meer experimenteerdrang. Hij leidt in de zomermaanden zelfs een kunstenaarsgroep in Domburg, zoals Van Gogh en Gauguin dat in Franse plaatsen ook deden.
De kunstenaars inspireerden elkaar, ondanks dat ze verschillende stijlen gebruikten. Ferdinand Hart Nibbrig, bijvoorbeeld, schilderde vooral pointillistische werken waarin hij het heldere licht van de Zeeuwse kust probeerde te vangen. Hij verbleef in Zoutelande, enthousiast gemaakt door Toorop, die ook Van Heemskerck adviezen geeft waardoor zij veel met licht gaat werken.
In de tentoonstelling Aan Zee zijn zestig werken van Toorop, Mondriaan, Van Heemskerck en Nibbrig te bewonderen. Museumdirecteur van De Hermitage Cathelijne Broers bekijkt in het Gemeentemuseum in Den Haag hoe de kunstenaars rond 1910 met dat licht omgingen.