Klassieke katten: De miauwende muzes van componisten

AVROTROS

Componisten en dieren gaan goed samen. Zo liet Frédéric Chopin zich voor zijn ‘Minutenwals’ inspireren door de kleine Marquis, het hondje van zijn grote liefde George Sand. Edward Elgar beschreef de wandelingen met de hond van zijn vriend George Robertson in zijn ‘Enigma Variaties’ en Saint-Saëns etaleert in het beroemde ‘Le Carnaval des Animaux’ zijn liefde voor een hele reeks dieren. Maar ook katten blijken grote inspiratiebronnen voor klassieke grootheden.

Twee van de bekendste klassieke kattenliefhebbers zijn de Franse impressionistische componisten, en tevens concurrenten, Claude Debussy en Maurice Ravel. Het verhaal bestaat dat de twee hun katten graag om zich heen hadden tijdens het componeren. Zo lijkt het erop dat de meesterwerken ‘Clair de Lune’ en de ‘Bolero’ werden geschreven onder het toeziend oog van hun harige muzes.

“Hij begreep zijn katten niet alleen - hij kon ook met ze spreken in hun eigen taal.”
Schrijfster Jane Smith over Maurice Ravel

Ravel: Een buitengewone kattenliefhebber

Maurice Ravel groeide op in Parijs, waar hij samen met zijn moeder en een hele horde huisdieren in een grote villa woonde. In biografieën is terug te lezen dat de componist een “buitengewone kattenliefhebber” was. In 2008 schreef Julius Jacobson in zijn boek ‘The Classical Music Experience’: “Blijkbaar schoot hij aardig door met zijn liefde voor katten - ze mochten over zijn werkblad lopen, hij sprak met ze in een kattentaal, speelde onophoudelijk met ze en schreef brieven aan zijn vrienden vol details over hun levens.” Ravel was voornamelijk gek op het Siamese kattenras en verzamelde later in zijn eigen villa een hele familie om zich heen.

AVROTROS

Maurice Ravel met één van zijn katten

Debussy: Liever katten dan mensen

Ook collega Claude Debussy was een groot kattenliefhebber. Het was een moeilijke man, die niet makkelijk contact maakte met mensen - hij had liever dieren om zich heen. Debussy’s biograaf Victor Seroff schreef in zijn boek: “Hij bekommerde zich niet veel om mensen en gaf de voorkeur aan katten.” Debussy's lievelingsras was de Turkse Angora. “Debussy’s katten waren altijd Angora’s en ze hadden altijd dezelfde naam, die ze van elkaar erfden.” Om welke naam het gaat wordt in de geschiedenisboeken overigens niet prijsgegeven. Net zoals bij Ravel liepen de katten vrijelijk over de partituren heen. “De katten tippelden over een stapel papieren op Debussy’s bureau, terwijl hij aan het werk was.” Als ze daar zin in hadden, liet hij ze ook graag met zijn potloden spelen. 

AVROTROS

Claude Debussy

De 'Fuga in g': Scarlatti of Pulcinella?

Er zwerft binnen de klassiek muziekgeschiedenis een legende rond die vertelt over de oorspronkelijke componist van Scarlatti’s ‘Fugue in g-mineur’: zijn kat Pulcinella. De viervoeter was altijd bovenmatig geïnteresseerd in de piano en sprong veelvuldig op de toetsen. Toen Pulcinella tijdens een oefensessie van Scarlatti weer eens over de toetsen wandelde, zou Scarlatti geïnspireerd zijn geraakt voor het leidmotief van de fuga. Ook al heeft de componist het werk zelf nooit zo genoemd, vanaf de 19e eeuw wordt de fuga liefkozend aangeduid als ‘Cat fugue’.

AVROTROS

Het leidmotief van de 'Kattenfuga'