Al ruim een jaar is Jeroen Krabbé dag in dag uit bezig met zijn tv-reis langs het rusteloze leven van zijn jeugdheld Marc Chagall. ‘Als een archeoloog graaf ik steeds dieper en daarbij stuit ik op geweldige ontdekkingen.’
Krabbé zoekt Chagall zie je vanaf dinsdag 17 maart om 20.30 uur op NPO 2.
Zijn ezels staan er wat eenzaam bij onder de hoge ramen van het atelier waar ooit ook George Hendrik Breiner werkte. De schilder Jeroen Krabbé staat op pauze en het epicentrum van zijn werkende leven is verschoven naar het keukentje achterin. Op en rond de houten tafel liggen dozen vol boeken en stapels volgepende schriften. Alles heeft op een of andere manier te maken met de man die Jeroens leven nu al een jaar beheerst.
Na zijn zoektochten naar Van Gogh, Picasso en Gauguin was het voor Krabbé glashelder dat Marc Chagall (1887 -1985) de volgende moest zijn. ‘Hij is mijn laatste jeugdheld. Aan mijn vaders hand bezocht ik op mijn elfde een Chagall-tentoonstelling in het Stedelijk. Daar stond ik oog in oog met die kleurrijke, wonderlijke wereld vol zwevende mensen, omgekeerde gebouwen, liefdesparen en folkloristische Jiddische taferelen. Thuis pakte ik meteen papier en aquarelverf en verwerkte mijn indrukken van die dag in een vis waarin je die karakteristieke elementen terugziet. Je kunt gerust zeggen dat Chagall me enorm heeft geactiveerd.’
‘Dat is monnikenwerk. Al een jaar lang ben ik vrijwel elke dag in mijn atelier om te studeren. Al lezend en kijkend pel ik zijn leven af: dag voor dag, maand voor maand, jaar voor jaar. Mijn inzichten, hersenspinsels en ideeën schrijf ik op in deze schriften. Nee, geen computer. Via pen en papier ontstaan bij mij de gedachten, associaties en beelden die later als rode draad door de serie zullen lopen. Ik vergelijk zo’n studie weleens met de voorbereiding op een rol, ook daarvoor daal ik diep af in het personage. Ik wil een röntgenfoto van iemands ziel maken, meereizen in zijn gevoelswereld en doorvoelen waar hij vandaan komt. Ik wil weten hoe hij denkt, beweegt, waarom hij doet wat hij doet. Als een archeoloog graaf ik steeds dieper en daarbij stuit ik soms op geweldige ontdekkingen. Dan verandert een hoop scherven plotseling in een potje en beland ik op andere sporen dan vooraf verwacht.’
‘Wat hem zo interessant maakt, is dat zijn leven parallel loopt met de bewogen geschiedenis van het Europa van de twintigste eeuw. Chagall was onderdeel van de Russische Revolutie, maakte twee wereldoorlogen mee, was bij de geboorte van Israël, de Koude Oorlog. Als Jood is hij opgejaagd, weggejaagd, ontheemd geraakt, vernederd. En toch krabbelde hij telkens weer op en vond hij de kracht om te schilderen. Op het eerste gezicht lijkt het alsof de buitenwereld zijn kunst niet raakt, totdat ik ontdekte dat hij voorspellende schilderijen heeft gemaakt over de vernietiging van het Joodse volk. Dat zijn angstaanjagende, schreeuwende doeken die niets te maken hebben met de rest van zijn oeuvre. Dat heb ik nooit geweten.’
‘Het kwam soms heel dichtbij. In Wit-Rusland bezochten we een gehucht waar zijn ouders vandaan kwamen. Een Russische vrouw wees me erop dat we een paar kilometer verderop moesten gaan kijken, naar een gedenkplek. Het hele dorp – mannen, vrouwen, kinderen – is daar in twee uur uitgemoord. Voor die enorme kuil brak ik wel even.’
‘Mijn persoonlijke fascinatie is de motor van de serie. Anders zou ik dit soort op het oog uitgesleten paden in de kunstgeschiedenis niet durven bewandelen. Over Van Gogh zijn duizenden boeken geschreven, over Chagall honderden. Door het vanuit mijn passie te benaderen, ontstaat er iets authentieks. Ik ben op zoek naar dramatiek en ontroering, leef echt met de kunstenaars mee. ...
Lees de rest van het interview met Jeroen Krabbé in het kunstmagazine MUZE. Vraag hieronder een gratis proefexemplaar aan (inclusief het interview met Jeroen Krabbé).