Hoe Nederland weer eens de Tour de France kan winnen
Nederland is een groot wielerland, toch is het ons sinds 1980 niet meer gelukt de Tour de France te winnen. Hoe kan dat? Gregory Sedoc gaat te rade bij wetenschappers die hem meer kunnen vertellen over hoeveel vermogen een ronderenner moet kunnen trappen, welke fiets ideaal is voor de Alpe d'Huez en hoe je een slechte dag in de Tour kunt voorkomen.
De zoektocht start in Noord-Frankrijk, waar Gregory langsgaat bij Joop Zoetemelk. Lang stond de oud-wielrenner te boek als eeuwige tweede. Inmiddels heeft Zoetemelk maar liefst zestien keer de Tour gereden, 22 gele truien op zijn naam staan én tien etappes gewonnen. Op 20 juli 1980 won hij in Champs-Élysées in Parijs de belangrijkste wielerronde in de wereld: de Tour de France.
Na de glorieuze overwinning van Zoetemelk is het stil geworden aan het oranje front. Tot nu toe blijft het bij twee Nederlandse zegens. Als het aan Joop Zoetemelk ligt mag er nog wel een derde, vierde en vijfde bij. Wielers als Hennie Kuiper, Erik Breukink, Peter Winnen en Steven Kruijswijk kwamen dichtbij, maar behaalden geen goud.
“De laatste innovaties kunnen het verschil maken.”
Ook gaat Gregory langs bij Tom Dumoulin, die recent het dichtstbij een Touroverwinning kwam. In 2017 is hij de trotse winnaar van de Ronde in Italië en een jaar later staat de Limburger als tweede op het podium in Parijs. Hoe kijkt hij naar de sportwetenschap en de innovaties? "Ik ben een voorstander van innoveren. Als je eenmaal bij de beste wielrenners van de wereld strijdt om een medaille of om de prijzen, dan kunnen de laatste innovaties soms het verschil maken", aldus Dumoulin.
Tom Dumoulin
In Den Bosch gaat Gregory langs bij het hoofdkwartier van Dumoulin en zijn ploeg. Een ruimte van maar liefst vierduizend vierkante kilometer, gevuld met héél veel fietsen, is dit hét kloppende hart van de ploeg te noemen. Alle tweewielers worden hier klaargemaakt voor de wedstrijden. Met de technische innovaties aan de fiets zit het goed, maar daarmee zijn we nog niet gegarandeerd van een overwinning…
Een virtuele Alpe d'Huez
Naast de innovaties en wetenschap moet een renner kunnen klimmen. Hoe is het om zo’n pittige rit dwars door de Alpe d'Huez te rijden? Jurgen van Teeffelen heeft de Franse berg naar het lab gehaald. Ook Gregory moet eraan geloven en trapt virtueel, met de Franse berglandschappen als decor, de Alpe d'Huez op.
Gregory wil weten hoe wielrenners op die Alpe d'Huez komen. "In het profwielrennen rijden ze al vijf uur van tevoren, daarna doen ze pas die Alpe d'Huez. In die vijf uur is het heel belangrijk dat je snelle energie spaart voor het einde", aldus bewegingswetenschapper Teun van Erp. Hoe dat precies zit, testen ze bij Gregory aan de hand van een lactaatmeting. Deze meting bestaat uit het fietsen van vier keer 1600 meter in een oplopend tempo. Na iedere 1600 meter wordt een druppel bloed afgenomen. Hiermee meten onderzoekers de mate van verzuring op de verschillende belastingstappen van de test.
Gregory Sedoc tijdens de lactaatmeting
Een nieuwe generatie wielertalenten
Voor het scouten van talenten hebben NOC*NSF, de Wielren Unie en Jumbo-Visma de krachten gebundeld. Het scouten wordt groots aangepakt. In de zoektocht naar de grootste wielertalenten van Nederland gaan ze naar zo’n twintig locaties door het land, waar de wielers hun talent aan de hand van verschillende testen kunnen etaleren. Hieruit wordt een selectie gemaakt en per individu gekeken naar de mogelijkheden in de topsport.
Wat maakt de belangrijkste wielerronde van Frankrijk, die al bijna 120 jaar bestaat, zo uniek en moeilijk om te winnen?
Vrijdag 24 juni om 22.15 uur is Sportlab Sedoc te zien op NPO 2! Kijk het daarna hier terug.