In de jaren ’90 trekt de vrolijke Esther met haar lange blonde haren op het Sint-Michiel in Geleen de aandacht van veel jongens. Hoewel Esther de aandacht van de jongens leuk vindt, heeft ze nooit vriendjes. Ze is vooral bezig met één man in haar leven en dat is haar vader.
Hij krijgt als Esther 12 jaar is te horen dat hij een hersentumor heeft. Een leven met pieken en dalen volgt. Maar als ze veertig is slaat het onheil opnieuw toe. Ook Esther krijgt te maken met een hersentumor. Desondanks blijft Esther vrienden en familie verbazen met de levenslust en positiviteit waarmee ze in het leven blijft staat.