Garry Winogrand - Fotograaf

AVROTROS

Fotograaf Garry Winogrand werkte in de jaren 60 en 70 als straatfotograaf en legde in zijn werk de veranderende Amerikaanse samenleving vast. Door op spontane wijze gewone mensen en hun dagelijks leven in beeld te brengen, ontwikkelde hij de voor hem kenmerkende 'snapshot' stijl, die tegenwoordig allesbepalend is in de moderne beeldcultuur. 

Garry Winogrand was een van de grootste Amerikaanse fotografen van zijn generatie en zette het genre straatfotografie compleet op zijn kop. Hij schoot naar eigen zeggen zo'n 600 rolletjes per jaar en werd geïnspireerd door fotografen als Robert Frank en Walker Evans. Winogrand kon bewegende lichamen vatten als geen ander. Hij fotografeerde mensen van top tot teen en pikte de interessantste gezichten en gebaren eruit. Ook was hij gefascineerd door mensen die naar iets buiten het kader kijken. 

"Ik heb nooit besloten fotograaf te worden."

Winogrand deed een schilderopleiding, maar vond camera's wel interessant en op zijn opleiding hadden ze een fotoclub. Hij raakte bij toeval verzeild in de fotojournalistiek, maar fotografeerde tussendoor straattaferelen. Zo kwam Winogrand erachter dat foto's voor meer kunnen dienen dan het illustreren van een verhaal. Tijdens zijn carrière voltrok zich een overgang in de fotografie van de fotojournalistiek naar de kunstwereld. Hij besloot om een kunstenaar te worden en nam geen opdrachten meer aan van tijdschriften. John Szarkowski, hoofd van de afdeling fotografie van het Museum of Modern Art (1962-1991) werd een mentor voor hem. 

“Their aim has been not to reform life but to know it.”
John Szarkowski, Hoofd van de afdeling fotografie van het MoMA (1962-1991)

New Documents

In 1967 betekende de expositie 'New Documents' in het MoMA een ommekeer in de fotografie. Het bevatte werk van drie toen jonge en relatief onbekende fotografen: Diane Arbus, Lee Friedlander en Garry Winogrand. Toch gaf de tentoonstelling een volslagen nieuwe kijk op het maken van foto’s en had een blijvende invloed op de moderne fotografie. Zoals curator John Szarkowski in zijn inleiding op de tentoonstelling uitlegde, vertegenwoordigden de drie een nieuwe generatie fotografen met een duidelijk ander doel dan die van hun voorgangers in de jaren 1930 en 1940: het bleef documentair werk, maar het was veel persoonlijker. "Hun doel was niet om het leven te hervormen, maar om het te kennen." Het werk was choquerend in die tijd. Arbus fotografeerde de mensen niet lachend en Winogrand fotografeerde gemengde stellen en mensen met verband om. Ze gaven de waarheid weer. 

AVROTROS

Portrait of Garry Winogrand, credit Judy Teller

AVROTROS

New York 1963, Photographs by Garry Winogrand, ​Collection Center for Creative Photography, The University of Arizona. © The Estate of Garry Winogrand, courtesy of Fraenkel Gallery, San Francisco.

"Straatfotografie met een macho-esthetisch sausje"

In 1975 publiceerde Winogrand het boek ‘Woman Are Beautiful’. Het was in die tijd nogal omstreden, omdat men vond dat de vrouw te veel als object werd geportretteerd. En dat op het hoogtepunt van het feminisme dat in de jaren 60 was ontstaan. 

"Een voorbode van de selfie-generatie"

Zijn boek ‘Public Relations’ was destijds wel een succes. Hij was een van de eerste fotografen die gebeurtenissen vastlegden die eigenlijk bedoeld waren om gefilmd te worden. Met bijvoorbeeld foto’s van fotografen, die iets fotograferen. Dat is nu niet meer bijzonder, maar toen was dat nieuw. Het boek luidde het postmodernisme in. Het gaat niet om de gebeurtenis zelf, maar het beeld.  

Just shoot

In de jaren 80 nam de schilderkunst een enorme vlucht. De kunstmarkt kwam op en fotografie zakte weg en daarmee ook Winogrand. Hij vertrok in 1978 naar Los Angeles en later naar Texas, waar hij geen donkere kamer meer had. Hij was nooit spaarzaam met zijn rolletjes en het was een begin van de grote achterstand. Een kwart miljoen van zijn foto’s was nog niet bekeken. Toen Winogrand in 1984 overleed bleven er duizenden rolletjes niet-ontwikkelde film over (2500 filmrolletjes die nog in het hulsje zaten en 4000 ontwikkelde films waar nog geen contractafdrukken van waren). In 1988 kwam er een retrospectief van zijn werk in het Museum of Modern Art, onder leiding van John Szarkowski, inclusief afdrukken van de overgebleven rolletjes.