De mini robot is de grootste held: In de toekomst zal de dokter geholpen worden door super kleine robotjes die in ons lichaam kunnen werken. Robots, nog kleiner dan de dikte van een haar, die zichzelf voortbewegen door onze bloedbaan en op elk gewenste plek van ons lichaam kunnen komen. Daar kunnen ze diagnoses stellen, medicijnen afleveren en zelfs operatie uitvoeren. Aan de Universiteit van Twente wordt hard gewerkt aan deze toekomst.
Nanorobots die die via ons bloed naar een plek gaan om een operatie uit te voeren is nog steeds science fiction. Echter aan de Universiteit van Twente wordt door onder andere prof. Dr. Sarthak Misra elke dag een stap dichter naar deze toekomst gezet. In een super steriel lab, waar ze ook microchips maken, bouwen ze aan de kleinst mogelijk robots die verschillende taken in een menselijk lichaam moeten kunnen uitvoeren.
Eén van de nanorobots waar druk aan gewerkt wordt is de ‘micro-gripper’. Een super klein robotje in de vorm van een zeester die naar een specifiek deel van het lichaam te sturen is waar deze vervolgens een ‘hapje’ uit weefsel kan nemen. Hierna wordt deze weer uit het lichaam geleid en kan het stukje weefsel worden onderzocht. Voor dergelijke interne biopsies is vooralsnog een medische ingreep noodzakelijk waar een patiënt altijd last van zal ondervinden. Een micro-gripper doet zijn werk zonder dat de patiënt iets zal merken.
Een andere robot waar ze in het lab aan werken is er eentje die is gebaseerd op spermacellen. Deze nanorobots hebben een kopje van metaal en een flexibel staartje als die van een spermacel. Met behulp van een heel licht magnetisch veld kunnen onderzoekers de staart van de cel in beweging brengen. Hij brengt echter geen sperma met zich mee, maar bijvoorbeeld medicijnen. Het is mogelijk om deze robot met het zwiepen van de staart naar een vast punt te laten zwemmen. Dit kan vervolgens gebruikt worden om medicijnen naar exact de juiste plek te transporten.
Op de operatiezaal wordt al veelvuldig gebruik gemaakt van operatierobots. Die maken het werk preciezer en lichter voor de arts en minder invasief voor de patiënt. Echter zowel een chirurg als een robotarm zullen bij moeilijk bereikbare plekken altijd ander weefsel moeten beschadigen. Alleen al bij een ‘eenvoudige’ hartoperatie moet een arts door diverse lagen huidweefsel snijden, de borstkas openzagen en er wordt veel weefsel rondom het hart beschadigd.
De toekomst van de robotchirurgie is volgens prof Misra dat robots van binnenuit naar deze moeilijk bereikbare plekken worden gestuurd zonder ander weefsel te hoeven beschadigen. Ze moeten op de aangewezen plek een aantal verschillende handelingen uit kunnen voeren. Misra: “Ik hoop dat we nanorobots kunnen maken voor gepersonaliseerde en bijzonder gerichte diagnose en therapie. Daarnaast moeten deze of andere robotjes op die moeilijk bereikbare plekken die in het lichaam sterk gepersonaliseerde ingrepen kunnen uitvoeren; een operatie of medicijnafgifte.” De dokter van de toekomst zal ons van binnenuit kunnen bekijken en beter kunnen maken.