De vrede is teruggekeerd in Europa, maar in de familie Münninghoff woedt de storm door. De inmiddels ernstig zieke Joan wil koste wat kost zijn familienaam zuiver houden en verzet zich tot het einde tegen de koppige Frans.
Na zijn tijd in het leger blijft Frans zich bemoeien met het beschermen van nazi’s, wat hem duur komt te staan. In de gevangenis doet zijn vader hem een aanbod, wat Frans in eerste instantie afslaat. Na een vechtpartij in de gevangenis laat hij zijn moeder hem overhalen om in Argentinië ex-nazi’s op te sporen. Hij laat Wera en Alexander achter in Nederland en vertrekt, maar niet naar Argentinië. Hij vlucht naar Duitsland.
Als Joan in 1954 op sterven ligt, komen Frans en Alexander terug naar Voorburg om afscheid te nemen. Waar Frans hoopt op een verontschuldiging van zijn vader, krijgt hij bittere woorden te verwerken. Jaren later, als Frans na een lang en moeilijk leven overlijdt, staat Alexander voor een volle kerk. Zijn lange zoektocht naar zijn familieverleden is voorbij, en ondanks dat hij de daden van zijn vader niet ook kan begraven, kan hij eindelijk beginnen om er mee te leven.