De Tarn is een gebied met een lange geschiedenis, vervuld met legendes en mysteries. Steencirkels van de Kelten en verborgen grotten. Ruïnes van tempels van de Grieken en de Romeinen. De Tarn is een legendarisch gebied met geheimen die tot op de dag vandaag onverklaarbaar zijn.
Ilja kampeert in een piepklein tentje langs de oever van de Tarn. De boeren zeggen hierover: het is een rivier met een januskop. Zoals ook werd gedacht door de Katharen, of zoals de katholieken ze noemden; de ketters. De Katharen geloofden dat God de ziel van de mens schiep en de duivel het lichaam. Het symbool van de januskop staat voor goed en kwaad, verenigd in een mens.
In alle vroegte bezoekt Ilja Gort een ambachtelijke bakkerij. De broden worden daar nog gemaakt in een houtoven. Hij mag bakker Benoît een handje helpen en dat bevalt hem goed, alleen dat vroege opstaan... De baguette is het hart van de Franse keuken: drie keer per dag eten 66 miljoen Fransen dit brood. Wist je dat de baguette altijd links onder de arm wordt gedragen? Daarna helpt hij mee de broden rond te brengen in de regio.
Ilja Gort vertrekt naar Albi, het voormalig machtscentrum van de Katharen. De Katharen zijn weggejaagd door de katholieken en dat wilden ze laten zien ook. De enorme kerk is de getuige van hun overwinning.
Gort maakt kennis met Frédéric, die het grootste barok-orgel van Europa bespeelt. De kathedraal is zo ontzettend groot en toch heeft de organist maar weinig plek om het instrument te bespelen. Uiteraard wil Ilja Gort het orgel ook eens uittesten.
Eenmaal in Lautrec gaat Ilja Gort op bezoek bij de beste knoflooktaartenbakker van het dorp. Geneviève is kampioen. Speciaal voor Gort maakt ze een taart om te proeven. Er gaan heel wat teentjes in de taart, een beetje te gortig voor Gort. Ben jij benieuwd hoe de taart smaakt? Wij hebben het recept voor je.
Al generaties lang is het château van wijnboer Louis in het bezit van zijn familie. Het enorme gebouw kost veel tijd en geld om te onderhouden en dan dreigt ook nog eens onderwater te lopen door de rivier de Tarn.
De Tarn is aan de andere kant een cadeau, de grond waar de rivier miljoenen jaren geleden liep heeft stenen achtergelaten die een perfecte voedingsbodem zijn voor de wijnranken. Het geeft een typerende minerale smaak aan de wijn.
Op het landgoed staat ook een karakteristieke pigeonnier uit 1650, oftwel duiventil. Hoe groter de duivemntil, hoe belangrijker het landgoed en de eigenaar. Het doel is 'colombine' (duivenpoep) te verzamelen voor het bemesten van de wijngaard.
Toen Napoleon de blauw geverfde kleding van de Tarn zag, kreeg hij het briljante idee om de kleding van zijn leger blauw te verven. Sindsdien is blauw de koninklijke kleur van Frankrijk. En nog steeds wordt bijvoorbeeld het nationale voetbalteam 'Les Bleus'.
Hoe de kleding blauw wordt gemaakt? Dat legt de vriendelijke blauwverver met plezier uit aan Ilja Gort. Met blaadjes van de satis tinctoria (wede) wordt de pastel gemaakt. De blaadjes zitten vol bacteriën en om de kleur te krijgen moeten de blaadjes fermenteren. Daarbij komen de bacteriën vrij die pastel kleuren.
Van die gefermenteerde bladeren worden balletjes gedraaid, de zogenaamde kokangne. De balletjes werden gedroogd en verhandeld. Dit Or Bleu, het blauwe goud, betekende heel wat rijkdom voor de regio.
Van oudsher moest er -naast water en de kokanje- ook mannenurine worden toegevoegd voor de zuurgraad van het brouwsel. Het was een goedbetaalde baan om veel te drinken en de plassen voor het verfmengsel. Daarom zeiden ze vroeger als iemand dronken was, dat hij bleu was.
Woensdag 25 januari om 20.29 uur op NPO 2, daarna is het terug te zien op NPO Start.